Lente, een nieuw begin, zo voelt het altijd weer. Lekker; frisse blauwe lucht, de natuur die opleeft en wij ook. Hopelijk de business ook. Wat een turbulentie nog steeds. Waren we vorig najaar nog in opperbeste stemming met een goed aantrekkende economie en omzet, het begin van 2016 bracht een golf aan onzekerheid met meer faillissementen van mode-ondernemingen dan exact een jaar ervoor, van groot en middelgroot. De één die de ander meetrok het einde in. Onzekerheid die ook gevoed wordt door maatschappelijke gebeurtenissen als de aanslagen in Parijs en Brussel.
Of we sterk zijn, of niet, het beïnvloedt ons hoe dan ook. Ook in de ‘hoge mode’, de couture en de prêt-à-porter is er van alles gaande. Lidewij Edelkoort presenteerde een jaar geleden haar Anti-Fashion Manifest, waarin ze tal van extreme veranderingen in de mode-industrie al voorzag. Deze veranderingen worden door meer personen in de branche gevoeld, van hoog tot laag, alles is in de laatste tien, vooral vijf jaar zo anders geworden. Verwarring is er dan ook alom. Hoe bereik je de consument? Online shoppen blijft groeien en stadscentra worden leger. Topontwerpers stoppen met hun enorme toewijding aan hun werkgever, het couturehuis van ongekende faam, omdat ze het gewoonweg niet meer kunnen opbrengen. “Ik had alles, behalve tijd”, zei Raf Simons over zijn tijd bij Dior. De tijdsdruk is onmenselijk geworden.
Tijdens de fashionweeks van afgelopen seizoen ontstond de discussie of de getoonde collectie maar beter ook direct verkocht kan worden aan de consument. Die collectie is namelijk al ‘all over the planet’ zichtbaar geweest, dus waarom niet? Kan de industrie het aan? Diverse modehuizen gaven hun mening over het ‘see now - buy now’-fenomeen. Het systeem kan het nog niet altijd aan, of wil het niet. Giorgio Armani zei terecht dat ‘see now’ al zo oud is als de tijd dat de grote dagelijkse (gedrukte) kranten direct na de show met hun recensies en foto’s kwamen. Dat is niets nieuws. Het is wel tijd om te beseffen wat we willen met mode. Fast fashion blijft een vieze bijsmaak hebben, maar het verkoopt. Is dat dan de enige legitieme reden van bestaan, lekker omzetten? Aan de andere kant wordt de interesse voor langzaam en kwalitatief steeds belangrijker, ook zeker onder jongeren. Het zal geen wedstrijd worden, maar LINK hoopt op wijsheid in dezen.
Young hearts, zij dragen voor een groot deel de inhoud van deze uitgave. Jong, vol dromen en plannen voor toch een mooie toekomst, we blijven erin geloven.